kunst is een kind
dat almaar vraagt

maar waarom dan?
maar hoe dan?

tot het uitkomt
bij de grenzen
van onze kennis
zodat we zeggen
daarom
maar daarom
is geen reden
en het kind
vraagt verder

maar hoe dan?
maar waarom dan?

tot het uitkomt
bij de grenzen
van ons fatsoen
zodat we zeggen
houd je mond,
dat soort dingen
zeg je niet
en het kind
vraagt

waarom niet?

maarwaaromdan.nl is een initiatief van Ron Jagers en Harmen Zijp, te bereiken op 033 4619380 of info@maarwaaromdan.nl
afdeling nieuws
briefwisseling
partijprogramma's
verlanglijst
opinie
ingekomen 19-07-2005
afzender Harmen G. Zijp
dossierno. 82
betreft Pamflet voor een groeistad
index

Pamflet voor een groeistad
Koekoekseieren
De waarde van cultuur
Kiemkrach(t)

Pamflet voor een groeistad

“Na de groeispurt van de afgelopen twee decennia is Amersfoort op zoek naar een identiteit die haar als stad kan definieren”, dat is een terugkerend thema in de lokale debatten van de afgelopen jaren. “Kunst en cultuur spelen daarin een belangrijke rol”, en ook dat is al vaak gezegd en geschreven. Maar als het gaat om concrete stappen om dit streven vorm te geven blijft er nog veel onduidelijk.

Het voornaamste terrein waarop Amersfoort zich kan profileren is al op vele manieren benoemd: broedplaats, kweekvijver, springplank... De essentie is dat de stad een plaats kan zijn waar beginnende kunstenaars met een professionele ambitie zich kunnen ontwikkelen. Het grotere belang daarvan voor de stad is gelegen in het onstaan van een klimaat waarin innovatieve bedrijvigheid gedijt. Kortom: Amersfoort als... groeistad!

Er zijn in het culturele veld al vele aanzetten in die richting gegeven: de Laswerkplaats is er gekomen, de Staalkaart is een vast ijkpunt geworden voor de kwaliteit en diversiteit van het kunstaanbod, en jongerencultuur heeft een vaste plek veroverd in het politieke denken. Ook wordt de komende jaren flink geïnvesteerd in stenen. Maar wat nog ontbreekt om dit potentieel optimaal te benutten zijn een heldere visie en concreet beleid bij het gemeentebestuur.

Naar aanleiding van de naderende gemeenteraadsverkiezingen en de actuele discussie over herbestemming van industrieel erfgoed in de stad, hierbij een dringend appèl om ‘broedplaats’ niet als modieuze leus uit een willekeurige cultuurnota te lezen, maar als serieus richtsnoer voor een concreet, inhoudelijk en daadkrachtig gemeentebeleid. Dat beleid zou zich moeten concentreren op de volgende punten:

  • Consolidatie van de inmiddels gerealiseerde ateliers in industrieel erfgoed
  • Het realiseren van een theaterzaal voor experimenteel theater en beginnende makers (Nieuwe Witte Zaal), en een permanente expositieruimte voor nieuwe beeldende kunst en media
  • Het opzetten van een bedrijfsverzamelgebouw voor cultuurstarters
  • Een huisvestingsbeleid voor kunstenaars
  • Een groter budget en ruimere criteria voor incidentele projectsubsidies
  • Nieuwe budgetten voor (culturele) ontwikkelingsubsidies en internationalisering
  • Zorgen dat kunstenaars van buiten Amersfoort bekend worden met de mogelijkheden in deze stad
  • Zorgen dat de diverse geledingen van het gemeentelijk apparaat actief gaan meedenken èn -werken in een gedeelde visie over groeistad Amersfoort

huisvesting
Kunst in een stad staat of valt met plekken waar deze beoefend of genoten kan worden. Als Amersfoort zich wil profileren als culturele groeistad dan gaat het dus om woon- en werkplaatsen voor kunstenaars, en om plaatsen waar de confrontatie met publiek kan worden aangegaan. In ‘maakplekken’ voor podiumkunstenaars is al gedeeltelijk voorzien met de Laswerkplaats, Perron Expressie en de studio van d*Amor. Ook hebben beeldend kunstenaars (veelal tijdelijk) onderkomen gevonden in de oude fabrieken van bv Rohm & Haas en Warner & Jenkinson. Het voortbestaan van deze plekken is echter onzeker. En hoewel het bestaande arsenaal aan gebouwen-voor-de-kunst binnenkort flink zal worden uitgebreid (Eemcentrum, uitbreiding theater De Lieve Vrouw, een nieuwe Flint) zal dit hooguit toereikend zijn om het aanbod van ‘gevestigde kunst’ en amateurkunst hun plek te geven in de gegroeide stad.
Er is ruimte in de stad voor een extra theater (ca 100 stoelen) waar beginnende makers één of twee weken op rij hun voorstelling op publiek kunnen loslaten. Op die manier kunnen voorstellingen en acteurs de benodigde groei opdoen die slechts in confrontatie met het publiek onstaat. Ook kan een groep marketingtechnisch profiteren van het zich rondspreken van een project. Dit is weer goed is voor de naamsbekendheid van een beginnend gezelschap. Op deze manier kan het hele ontwikkelingstraject van een voorstelling in Amersfoort worden gefaciliteerd, en wordt het gat gedicht tussen het maken in Laswerkplaats, en spelen in Theater De Lieve Vrouw.
In navolging hiervan kan eenzelfde betoog worden opgebouwd voor de beeldende kunst. Plekken als NGBK in Berlijn, maar ook bv de Pont in Tilburg mogen als voorbeeld dienen van hoe een partikulier kunstinitiatief dat ondersteund wordt door een welbewust gemeentelijk beleid gewaagde spraakmakende kunst oplevert.

Wie bedrijvigheid in z’n stad wil stimuleren zorgt dat er goede faciliteiten zijn voor starters, en een basisbehoefte voor elke onderneming is een kantoor. Zorg voor een bedrijfsverzamelgebouw voor cultuurstarters, waar theaterproducenten, architecten, vormgevingsbureau’s, uitgevers, filmmaatschappijen, impressariaten enz de eerste jaren van hun onderneming goedkoop onderdak vinden. Het concept is al eerder succesvol gebruikt, van de leegstaande school in Bredevoort tot het Wilhelminagasthuis in Amsterdam en Hooghiemstra in Utrecht.

Kunst voedt innovatie. En zonder kunstenaars geen kunst. Er zijn vele aansprekende voorbeelden die aantonen dat een levendige kunstenaarsgemeenschap een wijk of een stad aantrekkelijker maken voor zowel bewoners als ondernemingen. De vestiging van ateliers, galeries, theaters, concertzalen, restaurants en winkeltjes zorgen voor een aantrekkelijk leefklimaat, en is de voorbode voor economische groei. Het is een beproefd recept dat niet alleen werkte in New York, Berlijn en Amsterdam, maar ook bv in Groningen, Århus en Ter Apel. Kortom: Faciliteer het als kunstenaar wonen en werken in Amersfoort.

financiering
Structurele budgetten voor grote gezelschappen zijn in Amersfoort politiek (nog) niet haalbaar, maar vooralsnog ook niet wenselijk. Als het erom gaat kunstenaars te laten groeien, dan moet het subsidiebeleid erop gericht zijn om dáár te ondersteunen waar de meeste groei plaatsvindt: in incidentele projecten, in proeves, in ontmoetingen (coproducties) met andere kunstenaars. Maar ook in het vergroten van de naamsbekendheid en in confrontaties met ‘ander publiek’. Dus ondersteun bv ook het ontwikkelen van goed publiciteitsmateriaal, en internationale samenwerking.

communicatie
Het kan (zoals hierboven betoogd) natuurlijk altijd beter, maar toch is er ook op dit moment al veel mogelijk in Amersfoort. Alleen zijn de wegen náár de stad, maar ook binnen de stad, nog niet zo goed bekend. De paradox van overheidssubsidies is dat er aan het eind van een periode vaak geld over blijft in de potten voor kunst en cultuur. Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat de bestaande inspanningen toereikend zijn. Maar vaak ligt het er eerder aan dat het bestaan van deze potten domweg niet bekend is bij hun doelgroep. Zorg dus dat kunstenaars weten van de mogelijkheden in Amersfoort, niet alleen binnen de stad, maar ook bv in Utrecht en Amsterdam, om te beginnen bij de Hogescholen voor de kunst. Hier ligt uiteraard een taak voor de instellingen in de stad, maar ook de gemeente zelf kan duidelijker naar buiten treden.
En ook intern kan de gemeente dit streven naar een Amersfoorts cultureel profiel nog versterken. Bijvoorbeeld op het terrein van vergunningen, bewegwijzering ed werken de verschillende afdelingen vaak nog langs elkaar heen. Eén bindende (en intern goed gecommuniceerde) visie over Amersfoort als culturele groeistad kan daar verbetering in brengen.

Harmen G. Zijp, 19-07-2005 - 00:00

GELIEVE HIERONDER NIET TE SCHRIJVEN